Facebook
Twitter
HERSENEN – OGEN – OREN – NEUS/BIJHOLTEN – STROTTENHOOFD – LONGEN – KIEUWBOOGGANGEN – MOND/KEELHOLTE – SCHILDKLIER – SLOKDARM – MAAG/TWAALFVINGERIGE DARM – LEVER/GALBLAAS – ALVLEESKLIER – INGEWANDEN/RECTUM – NIEREN/BLAAS – MANNELIJKE GESLACHTSORGANEN – VROUWELIJKE GESLACHTSORGANEN – VROUWELIJKE BORST – HUID – SKELETSPIEREN – BINDWEEFSEL – VETWEEFSEL – BOTTEN/GEWRICHTEN – BOTVLIES – TANDEN/KAAK – LYMFEVATENSTELSEL – BLOEDVATEN – HART – INDEX A-Z
ONTWIKKELING EN FUNCTIE VAN HET VETWEEFSEL: Het vetweefsel vormt een dikke laag onder de huid (onderhuids vet) en rond de inwendige organen (buikvet of visceraal vet). Het vetweefsel heeft een isolerende en ondersteunende functie. Naast vetcellen bevat vet componenten van los bindweefsel zoals elastische vezels. Het vetweefsel is afkomstig van het nieuw mesoderm en wordt daarom aangestuurd vanuit het hersenmerg.
HERSENNIVEAU: In het hersenmerg wordt het vetweefsel van de rechterkant van het lichaam vanuit de linkerkant van de hersenen aangestuurd; het vetweefsel van de linkerkant wordt aangestuurd vanuit de rechter hersenhelft. Daarom is er een kruislings verband tussen de hersenen en het orgaan.
OPMERKING: De botten, skeletspieren, lymfevaten en lymfeklieren, bloedvaten, bindweefsel en het vetweefsel delen hetzelfde hersenrelais en daarom hetzelfde biologische conflict, namelijk een eigenwaarde-inbreuk conflict. De bedieningscentrales zijn van top tot teen ordelijk gepositioneerd.
BIOLOGISCH CONFLICT: Het biologische conflict dat verband houdt met het vetweefsel is een licht eigenwaarde-inbreuk conflict of verlies van eigenwaarde. De specifieke eigenwaarde-inbreuk conflicten zijn dezelfde als voor de botten en gewrichten.
In overeenstemming met evolutionair redeneren zijn eigenwaarde-inbreuk conflicten de primaire conflictthema’s die worden geassocieerd met organen van nieuw mesodermale oorsprong, die worden aangestuurd vanuit het hersenmerg.
OPMERKING: Of het conflict het vetweefsel van de rechter- of linker zijde van het lichaam betreft, wordt bepaald door de handigheid van een persoon en of het conflict moeder/kind of partnergerelateerd is. Een gelokaliseerd conflict beïnvloedt het vetweefsel dat zich het dichtst bij de plek bevindt die werd geassocieerd met het eigenwaarde-inbreuk conflict.
CONFLICTACTIEVE FASE: Necrose van het vetweefsel (celverlies)
HELINGSFASE: Tijdens het eerste deel van de helingsfase (PCL-A) wordt het weefselverlies aangevuld door celvermeerdering met zwelling als gevolg van het oedeem (vochtophoping) in het genezingsgebied. Afhankelijk van de intensiteit en de duur van de conflictactieve fase variëren de vergroeiingen in grootte.
Een lokale zwelling presenteert zich als een lipoom (qua uiterlijk lijkt een lipoom op een neurofibroom).
Een lipoom aan de linkerkant van de nek duidt op een intellectueel eigenwaarde-inbreuk conflict die verband houdt met een partner, als de persoon linkshandig is (vergelijk met Hodgkin-lymfoom en non-hodgkinlymfoom).
Cellulite of sinaasappelhuid ziet er uit als zouden zich net onder de huid kleine buideltjes bevinden, waardoor de huid een ingedeukt, bobbelig uiterlijk heeft (dit verschilt van een ‘losse’ en rimpelige huid als gevolg van het natuurlijke verouderingsproces). Cellulite treft vooral vrouwen, vaak al op jonge leeftijd, en dan overwegend op ‘probleemgebieden’, zoals de dijen en billen, die als “te dik” worden beschouwd (een cultureel geconditioneerde perceptie, in de natuur is er geen “te dik” of “te dun”). Het “onaantrekkelijke” uiterlijk creëert vaak additionele eigenwaarde-inbreuk conflicten, wat de toestand verergert.
Een eigenwaarde-inbreuk conflict geassocieerd met het been zou kunnen worden veroorzaakt door “iets niet kunnen bijbenen” (letterlijk of figuurlijk). Als de aandoening op het rechterbeen voorkomt (zie afbeelding), wijst dit op een moeder/kind gerelateerd conflict, als de persoon linkshandig is.
OPMERKING: Alle organen die afkomstig zijn van het nieuw mesoderm (“luxe groep”), inclusief de lymfevaten en lymfeklieren, tonen het biologische doel aan het einde van de helingsfase. Nadat het genezingsproces is voltooid, is het orgaan of weefsel sterker dan voorheen, wat het mogelijk maakt om beter voorbereid te zijn op een conflict van dezelfde soort.