Germaanse  geneeskunde

Schizofrene constellaties

THEORIEËN

THEORIEËN OVER DE OORZAKEN VAN GEESTELIJKE ZIEKTEN EN STEMMINGSSTOORNISSEN

De moderne psychiatrie berust grotendeels op de theorie dat psychische aandoeningen en stemmingsstoornissen worden veroorzaakt door afwijkingen in de hersenchemie. Toch zijn er tot op de dag van vandaag geen biologische of chemische tests die een dergelijke bewering bevestigen. Desalniettemin werden psychiatrische geneesmiddelen (antipsychotica, antidepressiva), die bedoeld zijn om de vermeende “chemische disbalans” ten goede te keren de standaard medische behandeling. Voor de farmaceutische industrie heeft deze onbewezen doctrine de deuren van een markt van gigantische proporties open gedaan.

De FDA heeft de eerste digitale pil voor schizofrenie en bipolaire stoornissen goedgekeurd

“In november 2017 keurde de Amerikaanse Food and Drug Administration de eerste digitale pil voor de VS, die bijhoudt of patiënten hun medicatie hebben ingenomen, goed. De pil, genaamd Abilify MyCite, is uitgerust met een kleine, door het lichaam opneembare sensor die communiceert met een door de patiënt gedragen pleister – de pleister verzendt vervolgens medicatiegegevens naar een smartphone-app die de patiënt vrijwillig kan uploaden naar een database, zodat deze door zijn arts en andere bevoegde personen kan worden ingezien. Abilify is een medicijn dat schizofrenie en bipolaire stoornissen behandelt en is een aanvullende behandeling voor depressie … Deskundigen hebben echter hun bezorgdheid geuit over wat de pil zou kunnen betekenen voor de privacy. Sommigen zijn bang dat het volgen van pillen een stap zal zijn in de richting van het straffen van patiënten die niet aan de voorwaarden voldoen.” (Source: U.S. Food and Drug Administration, 13 november 2017)

Lees het artikel in The Verge, Nov 14, 2017

Bij de behandeling van psychische aandoeningen wordt elektroconvulsietherapie (ECT), ook bekend als elektroshocktherapie, nog steeds gebruikt. Tijdens de procedure worden elektrische ladingen door de hersenen van de patiënt geleid, in de overtuiging dat de geïnduceerde aanval de ‘chemische afwijking’ zal verhelpen.

Lees het artikel in (Independent, Dec 4, 2017)

“In werkelijkheid was het begrip ‘chemische disbalans’ altijd al een soort legende – en nooit een theorie die serieus werd onderbouwd door goed geïnformeerde psychiaters.” Ronald W. Pies, M.D., Professor of Psychiatry, the State University of New York and Tufts University School of Medicine.

“Er bestaat geen rationele wetenschap achter wat volgens hen de oorzaak is van deze symptomen. De medicijnen die aan deze mensen worden toegediend introduceren, zonder uitzondering, chemicaliën die de hersenen beïnvloeden, op manieren die zeer schadelijk kunnen zijn … Bij gebrek aan een bewezen chemische disbalans … zijn deze medicijnen in feite giftig.” Dr. Grace Jackson, M.D., Psychiater

Bekijk de documentaire The Scam of Psychiatry (Het bedrog van de psychiatrie) in deze video

In 1952 publiceerde de American Psychiatric Association haar eerste editie van de DSM-Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. De DSM is een indeling van psychische aandoeningen, op basis van een consensus van de gekozen leden van deze vereniging. Sinds de eerste publicatie is het aantal categorieën van “psychische stoornissen” toegenomen van 106 in de DSM-1 tot 297 in de DSM-5 (de editie van 2013). In de laatste versie zijn “symptomen” als cafeïneverslaving, slapeloosheid, verlegenheid, seksuele disfuncties en ODD – Oppositioneel opstandige gedragsstoornis – toegevoegd aan de lijst van “psychische aandoeningen.” Op eerdere edities prijkten al “verhoogde arrogantie, narcisme, bovengemiddelde creativiteit, cynisme en antisociaal gedrag” op de ranglijst van psychiatrische ziekten, wat resulteerde in een snelgroeiende medicalisering en het pathologiseren van gedrag dat als “abnormaal” werd beschouwd.

We vertellen mensen dat ze zich moeten gedragen op een manier die door de psychiatrie als normaal wordt beschouwd
Thomas Szazs, The Myth of Mental Illness

Vanuit haar afkomst is het DSM vooral geïnteresseerd in statistieken en symptomen van psychische aandoeningen, in plaats van over de oorzaken ervan. Wetenschappelijk gezien heeft ze geen toegevoegde waarde. Als diagnostisch hulpmiddel is ze waardeloos.

Onderzoek naar neuroplasticiteit heeft aangetoond dat de hersenen niet, zoals eerder werd gedacht, een statische verzameling van cellen is, maar in werkelijkheid een dynamisch systeem van neurale netwerken. Gebleken is dat als een bepaald gedeelte van de hersenen uitvalt, aangrenzende hersencellen diens functie overnemen, door nieuwe neurale paden te vormen, om de gecompromitteerde taken over te nemen. Deze erkenning, dat de hersenen het vermogen hebben om zichzelf te genezen, is zeker een welkome paradigmaverschuiving binnen de neurowetenschappen. Wat betreft de oorzaken van ziekten, is onderzoek naar neuroplasticiteit echter nog steeds gebaseerd op de medische overtuiging dat lichamelijke en geestelijke ziekten het gevolg zijn van disfuncties van het menselijk organisme. Daarom wordt aangenomen dat aandoeningen zoals stoornissen in het autistisch spectrum, ADHD, ADD, depressie of obsessief-compulsief gedrag worden veroorzaakt door een abnormale hersenplasticiteit of een “oververbonden” brein, dat te veel plastische verbindingen heeft gevormd.” Om het “defecte circuit” te herstellen, is de aanbevolen therapie het onderdrukken van de neiging tot plasticiteit, door het gebruik van TMS (Transcranial Magnetic Stimulation) – en dit in combinatie met medicatie, “typisch een antidepressivum of een Prozac-type medicijn”!

Opmerking

Norman Doidge stelt in zijn publicatie The Brain That Changes Itself (2007) dat de Amerikaanse psychiater Jeffrey M. Schwartz de eerste was die hersenscans gebruikte om aandoeningen zoals OCD te begrijpen. Dr. Schwartz publiceerde zijn werk over dit onderwerp in 1997. Dit was tien jaar nadat Dr. Hamer zijn bevindingen over de oorzaken van psychische aandoeningen reeds had gevalideerd door middel van uitgebreide hersenscanonderzoeken.

Genetici beweren dat psychiatrische stoornissen verband houden met afwijkingen in iemands DNA, terwijl epigenetici een verstoorde genexpressie als oorzaak suggereren. Biologen stellen dat psychische aandoeningen het gevolg zijn van ontregelingen in het organisme, zoals verstoorde schildklierfuncties, abnormale cortisolspiegels, onregelmatige bloedsuikerspiegels, virale infecties of een zieke darm.

In de neuro-immunologie, immuno-psychiatrie en psycho-neuro-immunologie worden psychische aandoeningen toegeschreven aan een disfunctioneel immuunsysteem (‘antilichamen, geproduceerd door een tegen zichzelf gekeerd immuunsysteem, vallen de hersenen aan en kunnen psychose veroorzaken’, The Lancet, 1 november 2016). Bij het Institute for the Study of Peak States wordt het horen van stemmen behandeld door ‘het immuunsysteem van de persoon bewust te maken dat er een schimmelpathogeen aanwezig is, een die indirect de stemmen veroorzaakt’. Aangenomen wordt dat deze “schimmel” een “subcellulaire schimmelparasiet is die het vermogen heeft om de geestelijke toestand en het gedrag van de gastheer te manipuleren.” De voorgestelde oplossing is “dit organisme te elimineren door een medicijn of vaccin te vinden om mensen hiertegen te immuniseren.” (Grant McFetridge, Silence the Voices. Discovering the Biology of Mind Chatter)

Psychologen blijven van mening dat psychische aandoeningen worden veroorzaakt door sociale en emotionele factoren, zoals trauma’s in de vroege kinderjaren, blootstelling aan geweld, crises in de levensstijl, familie- en relatieproblemen of een lage sociaaleconomische status. De gebruikelijke behandeling is een combinatie van psychiatrische medicatie en psychotherapie.

Geen van deze theorieën kan echter verklaren waarom een ​​persoon een zeer specifieke geestelijke ziekte’ ontwikkelt, waarom de aandoening op dát moment in iemands leven voorkomt, waarom de symptomen in díe mate optreden of waarom ze blijvend of steeds terugkerend zijn. De ontdekkingen van de “schizofrene constellaties” door Dr. Hamer geven ons op basis van degelijke wetenschappelijke criteria voor het eerst antwoorden op deze vragen. Ze dienen daarom ook als basis voor een geheel nieuwe therapeutische aanpak.